Sci-Fly: Groenten en Fruit op de Kinderopvang: Hoe Krijgen we die Vitamientjes naar Binnen?

*Do you want to read this blog in English? Now it is possible and very easy! On the top right of the website, you will see a small sign that says “Dutch”. Just click on it and switch from Dutch to English. Disclaimer: Please note that this blog is automatically translated.*

Veel ouders van kleine kinderen kunnen zich waarschijnlijk wel hierin herkennen: de pastasaus pureren zodat er geen groenten zichtbaar zijn, of je kind fruit voeren in de vorm van een smoothie. Groenten en fruit zijn belangrijk, maar het is soms lastig om kinderen daadwerkelijk genoeg groenten en fruit te laten eten. Niet alleen voor ouders, maar ook voor andere verzorgers zoals opa’s en oma’s, of leidsters op de kinderopvang. Veel kinderen in Nederland gaan één of meerdere dagen naar de kinderopvang. In een recent Nederlands onderzoek is er gekeken naar verschillende strategieën die leidsters op de opvang kunnen gebruiken om kinderen meer groenten en fruit te laten eten.

KERN

  • Er werden vier verschillende strategieën getest: tuinieren met de kinderen, koken met de kinderen, het aanbieden van onbekende groente- en fruitsoorten, en spelenderwijs leren over groenten en fruit, bijvoorbeeld met boekjes of liedjes.
  • De leidsters op de opvang vonden de strategieën over het algemeen goed toe te passen, en gaven aan van plan te zijn om verder te gaan met de strategie. Alleen koken met de kinderen werd als minder praktisch ervaren.
  • Leidsters gaven aan dat kinderen tijdens en na de interventie vaker bereid waren om nieuwe groente- en fruitsoorten te proeven, en dat kinderen meer plezier leken te hebben in het eten van groenten. 

ONDERZOEKSMETHODE

WAT?
In dit onderzoek werd onderzocht hoe leidsters in de kinderopvang verschillende strategieën ervaren die gebruikt kunnen worden om kinderen te stimuleren meer groenten en fruit te eten. Ook werd gekeken of kinderen daadwerkelijk meer groenten en fruit gingen eten door de interventies.

 
WIE?
Er deden 13 kinderopvangcentra voor kinderen van 0-4 jaar mee, verspreid door heel Nederland. De leidsters die meededen aan het onderzoek, waren allemaal vrouwelijk en gemiddeld 35 jaar oud.
Voor de interventie hadden 98 leidsters de vragenlijsten ingevuld, en aan de vragenlijsten die na de interventie werden afgenomen deden 49 leidsters mee. Het onderzoek is dus gelimiteerd tot zelf-rapportage door de leidsters. Er werden geen objectieve maten genomen; er werd bijvoorbeeld niet geobserveerd door de onderzoekers hoeveel groente/fruit kinderen daadwerkelijk aten.


HOE?
Kinderopvangcentra mochten zelf kiezen welke strategie zij in de komende 10-12 weken wilden gaan uitvoeren. Van de onderzoekers kregen de opvangcentra een pakket toegestuurd met benodigdheden voor hun strategie, zoals kind-veilige messen voor het koken en zaadjes voor het tuinieren.
Zowel voordat de interventie werd ingevoerd als na afloop van de interventie, vulden de leidsters vragenlijsten in. Deze vragenlijsten gingen eerst over hun verwachtingen van de interventie en over hoeveel groente en fruit de kinderen op de opvang al aten. Na de interventie werd er gevraagd hoe goed de interventie was bevallen, hoe vaak ze de strategie hadden toegepast en of ze van plan waren de strategie in de toekomst voort te zetten. Daarnaast werden weer dezelfde vragen gesteld over de groente- en fruitconsumptie van de kinderen.


RESULTATEN EN CONCLUSIES
Bijna de helft van de leidsters gaf aan dat ze de strategie dagelijks hadden toegepast. De interventies werden over het algemeen beoordeeld als passend in de dagelijkse praktijk en makkelijk om toe te passen. Alleen koken met de kinderen werd als lastiger ervaren, en de meeste leidsters gaven dan ook aan dat zij die strategie niet zouden voortzetten in de toekomst. De leidsters die hadden getuinierd met de kinderen gaven juist het vaakst aan dat zij deze strategie ook in de toekomst nog zouden gebruiken.

De leidsters vonden dat kinderen na de interventieperiode meer genoten van het eten van groenten. Ook zeiden ze dat kinderen meer bereid waren om nieuwe, onbekende groente- en fruitsoorten te proberen. Ondanks dat de strategieën niet direct geleid hadden tot meer totale groente- en fruitinname, denken de onderzoekers toch dat de strategieën waardevol kunnen zijn. Het genieten van eten en het openstaan voor nieuwe gerechten is namelijk een belangrijke eerste stap om groente- en fruitconsumptie te stimuleren, zodat kinderen misschien als ze ouder zijn daadwerkelijk meer groenten en fruit gaan eten.

Dit onderzoek toont volgens de auteurs aan dat kinderopvanglocaties op een relatief eenvoudige, goedkope manier de groente- en fruitconsumptie van kinderen kunnen stimuleren. Het is dus waarschijnlijk waardevol om met kleine kinderen samen te tuinieren of koken, om kinderen spelenderwijs te leren over groenten en fruit, en om kinderen onbekende groente- en fruitsoorten aan te bieden.


DETAILS
Zeinstra, G. G., Hoefnagels, F. A., Meijboom, S., & Battjes-Fries, M. C. (2023). Implementation of four strategies in Dutch day-care centres to stimulate young children’s fruit and vegetable consumption. Appetite, 181, 106378. https://doi.org/10.1016/j.appet.2022.106378

Deze sci-fly werd geschreven door Emma Koenders (Masterstudent Behavioural Sciences, Radboud Universiteit) voor RAD-blog, het blog over roken, alcohol, drugs en dieet.

Geef een reactie