‘Even een ballonnetje doen…’: maar is dit wel zo onschuldig als het klinkt?

Na een festival of een avondje uit zie ik de straten tegenwoordig vol liggen met metalen patronen en felgekleurde ballonnen. Het zijn de restanten van lachgasgebruik; iets dat de laatste jaren – met name onder jongeren en jongvolwassenen – explosief lijkt te zijn toegenomen1. Lachgas innemen om een roes te ervaren, stamt al uit de partyscene van de jaren negentig. Het verschil met toen is dat het tegenwoordig echter ook op grote schaal buiten het uitgaansleven plaatsvindt, veelal onder jongeren2. Naast dat het overmatige lachgasgebruik leidt tot overlast en vervuiling, maken zorgprofessionals zich grote zorgen over de gevolgen van het gas voor de gezondheid.

Foto_Inge

Het gebruik
Lachgas is een bijnaam voor het kleurloze, zoetgeurende gas distikstofoxide (N2O). Het wordt al geruime tijd gebruikt in de geneeskunde als kortwerkend narcose- of pijnstillingsmiddel en wordt daarnaast industrieel ingezet; o.a. als drijfgas voor slagroomspuiten3. In het geval van recreatief gebruik, wordt lachgas veelal met behulp van zo’n spuit in een ballon opgevangen en wordt het vervolgens door de gebruiker uit de ballon geïnhaleerd. Het inademen van het gas zorgt voor een kortdurende bewustzijnsdaling en een gevoel dat vergelijkbaar is met dronkenschap. Het kan bovendien leiden tot een lachkick, vandaar de (bij)naam4. Lachgas is doorgaans afkomstig uit slagroompatronen, die gemakkelijk te verkrijgen zijn. Sinds 2016 valt de verkoop van het gas immers onder de Warenwet en hierdoor mag het vrij verhandeld worden3.

De risico’s
Er heerst nog veel onduidelijkheid over de precieze effecten van recreatief gebruik van lachgas en in welke mate het gevaarlijk is voor de gezondheid van gebruikers. Het is namelijk nog maar in beperkte mate onderzocht, waardoor er momenteel (nog) weinig sterk bewijs is. Door het overgrote deel van de gebruikers wordt lachgas gezien als een risicoloos middel en bovendien wordt het niet als een ‘echte’ drug beschouwd3. Uit het beperkte onderzoek dat is gedaan blijkt dat lachgas wel degelijk nadelige effecten heeft. Zo kan het bijvoorbeeld leiden tot hoofdpijn, verminderd zicht en concentratievermogen, duizeligheid, vermoeidheid en/of tintelingen in de ledematen. Deze klachten zijn vermoedelijk het gevolg van een tijdelijk gebrek aan zuurstof in de hersenen na het inhaleren van het gas1, 3-5. Daarnaast is in meerdere onderzoeken een verband gevonden tussen overmatig, aanhoudend lachgasgebruik en een tekort aan vitamine B-12. Deze vitamine is essentieel voor een goede werking van ons zenuwstelsel en immuunsysteem en kan dan ook nare, chronische klachten en/of stoornissen tot gevolg hebben1, 4-7. Verder zijn er aanwijzingen dat lachgas een negatieve invloed kan hebben op het ontwikkelend brein en de rijping van het zenuwstelsel. Om die reden wordt het gebruik van lachgas voor jongeren en zwangere vrouwen in elk geval sterk afgeraden1, 2, 6.

Wat nu?
Het is om te beginnen van belang dat je beseft dat lachgas in principe niet bedoeld is voor consumptie; het is daarom ook het beste om het niet te gebruiken. Wil je dit toch, houdt de risico’s dan in je achterhoofd en gebruik het in beperkte mate: de meeste mensen nemen één ballon met lachgas, dus één patroon5, 6. Inhaleer het gas daarnaast uit een ballon en niet direct uit de spuit of het patroon; dit is om bevriezing van de lippen en/of longen te voorkomen. Combineer het lachgas ook niet met andere verdovende middelen en wees je ervan bewust dat het tijdens of na het gebruik niet verstandig is om aan het verkeer deel te nemen. Ondanks dat de roes snel weer verdwijnt, blijven de effecten van het gas immers nog uren na-ijlen.

Deze blog werd geschreven door Inge Tankink, voor de cursus: Recente Ontwikkelingen in Risicogedrag, master PWO, 2019.

Referenties
1. Van Goor, M., Nabben, T., Van Laar, M., & Van der Pol, P. (2018). Factsheet Lachgas. Utrecht: Trimbos-Instituut.
2. Nabben, T., Van der Pol, P., & Korf, D.J. (2017). Roes met een luchtje. Gebruik, gebruikers en markt van lachgas. Amsterdam: Rozenberg Publishers.
3. Luijk, S. J., & Nijkamp, L. M. (2019). Recreatief lachgasgebruik en gezondheidsrisico’s. JGZ Tijdschrift voor Jeugdgezondheidszorg, 51(1), 2-7.
4. Niesink, R. (2014). Lachgas (distikstofoxide): farmacologische en toxicologische aspecten. Verslaving, 10(4), 62-72.
5. Kaar, S. J., Ferris, J., Waldron, J., Devaney, M., Ramsey, J., & Winstock, A. R. (2016). Up: The rise of nitrous oxide abuse. An international survey of contemporary nitrous oxide use. Journal of Psychopharmacology, 30(4), 395-401.
6. https://www.gezondheidenco.nl/lachgas-experimenteren-met-ballonnetjes/
7.  RIVM (2016). Beoordeling gezondheidsrisico’s lachgas (N2O). Bilthoven: RIVM (NL).
8. Lan, S. Y., Kuo, C. Y., Chou, C. C., Kong, S. S., Hung, P. C., Tsai, H. Y., … & PCHAN Study Group. (2019). Recreational nitrous oxide abuse related subacute combined degeneration of the spinal cord in adolescents–A case series and literature review. Brain and Development, 41(5), 428-435.

 

Eén reactie

  1. Pingback: Even een ballonnetje doen? – SPOT jongerenwerk

Geef een reactie